Is de schedel van een konijn, rat of eekhoorn?

Wat een leuk weerzien op maandag. We hadden heel wat te vertellen over de voorbije herfstvakantie: Annelore was naar het chocolademuseum geweest, Noah naar oma, Tobin naar zee,... En we hadden ook heel wat spullen bij. Divano bracht een doosje mee. Hij vertelde dat er een dino in het doosje zat. Een dino? Zou een grote dino in het kleine doosje passen? We waren benieuwd. Divano opende het doosje en we zagen een... Schedel! Deze had hij gevonden in het gras, onder een boom. Van welk dier zou de schedel kunnen zijn? Misschien van een eekhoorn, of van een rat, of van een konijn, of toch van een dino? We waren niet zeker en besloten om daarom een brief naar de andere klassen te sturen. We maten de schedel op en namen een foto van de zijkant, de bovenkant en de onderkant.

 

Jesse bracht een grote bal mee naar de klas. August wilde de bal meten. Hoe konden we dat doen? We namen een meetlint, maar deze bleek te kort te zijn om helemaal rond de bal te krijgen. De Krokodillen hebben heel wat meetlinten, dus we probeerden deze uit. Opnieuw allemaal te kort. We dachten na en knipten zelf een meetlint dat net lang genoeg was om helemaal rond de bal te wikkelen.

Noah bracht een sleutelbos mee naar de klas. We speelden een luisterspel in de kring. Op het einde van de dag gingen we turnen met Ilse.

Op dinsdag begonnen we aan onze dag met een wandeling naar het maïsveld. De vorige keer stond de maïs er nog, maar nu niet meer. Nu pas zagen we hoe groot het veld was. Er vlogen heel wat vogels boven het veld. We verzamelden onderweg bonen en legden deze in een potje om te kiemen.
 

 
Op woensdag bekeken we onze post. We hadden ondertussen al een brief teruggekregen van de Worteltjes, de Bijtjes en de Spetters. Zij denken dat de schedel van een konijn, een marter, een haas of van een rat is. We zochten naar voorbeelden van schedels van deze dieren en vergeleken ze met de schedel die Divano meebracht. Die van het konijn leek er het beste op. Nadien gingen we zwemmen met de Worteltjes.

Tobin bracht twee magneten mee naar de klas. Op donderdag zochten we uit wat er allemaal magnetisch is. Een schaar, de wereldbol, een slijper,... We verzamelden alles op de onderzoekstafel.

In de namiddag gingen we naar de Regenboogjes. Zij hadden een dier gevonden en dat wilden we eens bekijken. We bekeken opnieuw onze post. We kregen een brief van de Krokodillen en de Wasberen. Op het einde van de dag toonde Mira haar nieuwe fiets en benoemden we de verschillende delen.

Op vrijdag werkten we nog even verder aan onze onderzoeken over de schedel en de magneten.

 

Finn bracht op deze dag een honingraat mee naar de klas. Dat woord kenden we nog omdat een imker vorig schooljaar langskwam met bijen en honingraten. We stempelden er zelf met bubbelplastiek en luisterden naar een gedicht over de bij.

 'Bijtje zoemt de kamer rond.

Kijk, nu zit hij op de grond.

Maar ik hoor hem al weer zoemen...

O, daar zit hij op de bloemen.

Hé, waar blijft hij nu zo gauw?

Ja hoor, op de neus van jou!'