vrijdag 15 februari 2019

'Warme aarde'

Op maandag bekeken we de post en vonden we een brief over 'dikke truiendag'. Voor we de brief lazen, dachten we eerst na over wat deze dag zou betekenen. 'Dan moet je heel veel kleren aandoen', vertelde Divano. 'Ja, een dikke trui', antwoordde Noah. Maar waarom precies? Dat wisten we nog niet zo goed, dus luisterden we naar een lied dat bij de brief hoorde. Hier kwam volgend stukje tekst in voor:

De aarde wordt te warm
Zo warm zelfs dat ze smelt
En als wij er niets aan doen
Zijn haar dagen straks geteld
De aarde wordt te warm
Te warm door onze schuld
En als wij er niets aan doen
Verliest ze haar geduld

 
We bespraken het lied. 'Maar moeten we dan een dikke trui aandoen omdat de aarde te warm wordt?', vroeg Marie. 'Dan hebben we toch veel te warm?' Annelies vertelde dat de verwarming die dag minder hoog wordt gezet en we daarom een dikke trui moeten aandoen. 'Ja, want de verwarming is slecht voor ons klimaat', antwoordde Mera. Zij wou graag een stripverhaal maken over het klimaat. Samen met Marie en Annelore ging ze aan de slag. Het stripverhaal kreeg als titel 'warme aarde'.
 


 

In de brief stond ook dat er morgen, op dinsdag, een klimaatwetenschapper zou langskomen. Ot vroeg zich af welke dieren er allemaal zouden uitsterven.
 
In de namiddag kwamen er enkele Monstertjes in de klas. Noor las een verhaal voor dat Ot had meegebracht, Caitlyn maakte met enkele Banaantjes een affiche voor 'dikke truiendag', terwijl Daan met Divano aan de slag ging met de blokken.
 
 
 
 
Op dinsdag was het dan zover. De start van 'dikke truiendag'. We kwamen samen in de turnzaal en zongen en dansten op het lied. Dat kenden we ondertussen al goed.
 
We maakten ook kennis met Celina, de klimaatwetenschapper. Zij kwam in de namiddag langs om onze vragen te beantwoorden. We kwamen zo te weten dat niet alleen de ijsbeer, maar ook de pinguïns en zelfs de koolmeesjes (de vogels) het moeilijk zullen krijgen als de aarde blijft opwarmen. Want pinguïns en ijsberen vinden hun voedsel op het ijs en als het ijs smelt, hebben ze geen eten meer. Vogels eten rupsen, maar de rupsen zullen stilaan uitsterven en dan hebben ook de vogels dus minder eten. Maar Divano had daar al een plan voor bedacht. 'Dan moeten we eten in de bomen hangen', vertelde hij enthousiast. En dit noteerden we dan maar meteen op onze weekplanning.
  
Sumaya vertelde op donderdag over de uil die ze had meegebracht. 'Uilen vliegen', zei ze. Wanda vertelde dat ze soms een uil hoort als ze in haar bed ligt. En ook August en Tobin horen deze soms. 'Uilen zijn dan ook nachtdieren', zei Mera.
 
'Welke nachtdieren zijn er nog allemaal?', vroeg Annelies. 'Vleermuizen', zei Marie. We keken in een boekje over nachtdieren en ontdekten zo dat nachtapen, aardvarkens, woestijnvossen, nachtvlinders,... ook 's nachts leven.
 

'Ook een spookdiertje leeft in de nacht!', zei Wanda plots. Een spookdiertje? Dat kenden de meesten niet. Mera wel. Samen met Wanda gaf ze een beschrijving van het dier en Annelies tekende wat ze zeiden: twee grote ogen, groot hoofd, korte armen en benen, niet zo'n grote oren en een lange staart. Wat een gek dier. 'Bestaat dat wel?', vroeg Klara zich af. We twijfelden een beetje. 'Maar de Regenboogjes leren over spoken!', zei Annelore. 'Misschien kunnen we aan de Regenboogjes vragen of ze een spookdiertje kennen? En of het echt bestaat?' Dat vonden we een goed plan. Tobin kleurde het dier in en samen schreven we een brief naar de Regenboogjes. Sumaya en Soha maakten alvast nog enkele nachtdieren, waaronder een spookdiertje, uit klei.
 
In de namiddag speelden we buiten in het zonnetje. We deden koprollen in het gras, we tekenden met krijt op de stenen, we lazen boekjes,... Wat vonden we die eerste, warme zonnestralen fijn!
 


 
 
Op vrijdag voerden we het plan van Divano uit. Zo smeerden we enkele kartonnen rolletjes in met pindakaas en rolden we deze door een bak vol met vogelzaad. We maakten er een touwtje aan vast en hingen het vogelvoer op in de tuin van onze school. In de namiddag was het tijd voor atelier.
 
 
 

 

vrijdag 8 februari 2019

Appelsien, laat je zien...


Op maandag was Noah terug in onze klas. Hij was een week naar zee geweest en had enkele spulletjes meegebracht. Een boekje met allerlei zeedieren, een duikerpopje én een zeester. 'Die heeft oma gevonden op het strand', vertelde hij hierover. 'Moet die niet terug in de zee liggen?', vroeg Marie zich af. 'Nee, die is gedroogd', zei Noah hierop. We bekeken het dier en telden de armen van de zeester. Vijf armen. 'Wij hebben er maar 2, dus dan heeft die zeester drie armen meer', merkte August op.

Noah wilde graag wat meer weten over de zeester en ging samen met Lana, Divano, Hanne en Sumaya naar het documentatiecentrum op school. Daar vonden ze enkele boekjes. In één boek stond een prent van een zeester. 'Dezelfde!', riep Divano. En hij legde de zeester op de prent. We telden evenveel armen.

Ondertussen keken Mira en Hanne in een boekje over schelpen. Ze haalden de schelpen van de klas erbij en probeerden dezelfde te zoeken. Annelore hielp hen hierbij. Ze ontdekten dat ze ook figuren konden leggen met de schelpen. Zo maakten ze een hartje.

August bracht rubberstickers mee. Toevallig zaten hier ook enkele zeedieren tussen. Een haai, een vis, een inktvis en zelfs ook een zeester. Hij wilde een lange tekening maken met de stickers. Een tekening zoals die van Marie, die zo lang was als onszelf. Hoe ging August dit aanpakken? Hij besloot zijn plan uit te voeren met Tobin. Ze probeerden het eerst met lijm, maar het papier bleef niet zo goed aan elkaar hangen. Met plakband lukte dit al beter.








Mera, Wanda en Ot besloten om een zee te knutselen. Ze gebruikten noppenfolie om afdrukken te maken. 'Want de bolletjes lijken op luchtbellen van de vis', zei Wanda. Dan kleefden ze de stickers van August op hun werk. Ot koos ervoor om zeedieren te tekenen en Mera ging aan het knippen. Elk creëerden ze een prachtig werk.


 


In de namiddag kwamen er enkele Duiveltjes vertellen over de Damiaanactie.

Op dinsdag bracht Mira haar knuffelschaap mee. Ze had een naam bedacht voor het dier. 'Ot het schaap', zei ze. Dat vonden we een leuke naam. Ot en Mera stelden meteen voor om haar te helpen met een naamkaartje voor de knuffel. Ot schreef haar naam en Mera maakte er een touwtje aan. Mira vond dit geweldig.

Tijdens een moment in de kring begon Marie spontaan te rijmen. 'Dak, lak, vak,...', klonk het. Annelies besloot om een rijmspel met de Banaantjes te spelen. Elke Banaan kreeg een kleurtje op zijn neus. Annelies zei een woord, gevolgd door een al dan niet rijmwoord. Rijmde het, ging de ene kleur rechtstaan. Rijmde het niet, ging de andere kleur rechtstaan. Nadien mengden we de kleuren door onze neuzen tegen elkaar te wrijven. Bij Ot verscheen er zo zelfs een tomaat op haar neus.

Meteen na het kringspel hadden Hanne en Noah de vingerverf ontdekt en gingen ze ermee aan de slag. Ze stempelden met al hun vingers. Ze vonden het mooi dat de kleuren op deze manier met elkaar mengden.



Ondertussen gingen enkele andere Bananen aan de slag met de klei. Sumaya maakte samen met Divano een zeester. 'Met vijf armen', zei Divano. Ook Hanne maakte er één. Tuur maakte een platte vis, Annelore een boom en Mera maakte een zeester en een zon.

Op woensdag vouwde Tobin een vliegtuig uit papier. Hij testte 'de Tobin' (het vliegtuig) uit in de tuin. Wat ging die snel! Mira had dit ook opgemerkt en wou ook wel zo'n vliegtuig. Tobin hielp haar hierbij.





































Op donderdag bracht Ot een citruspers mee. Op woensdag dachten we appelsienen te eten, maar sommige kinderen vinden het vruchtvlees niet zo lekker. 'Maar dan kunnen we toch ook appelsiensap drinken?', merkte August op. 'Ik heb een pers voor appelsienen!', zei Ot. Dus, op donderdag sneden we de appelsienen in de helft en persten we deze. We onderzochten hoeveel appelsienen we nodig hadden om aan iedereen evenveel sap te kunnen geven. Divano vond de halve appelsien lijken op de bloedmaan, terwijl Marie de vergelijking maakte met een pizza. Mmm... Dat smaakte!


Op het einde van de dag luisterden we naar een verhaal over een vogel. We keken na het verhaal naar buiten en gingen op zoek naar een vogel in de lucht. We merkten plotseling op dat de wolken wel heel snel voorbij vlogen. 'Het is harde wind en daardoor gaan de wolken zo snel', zei Mera. We besloten om in de tuin op de grond te gaan liggen en wolken te spotten. We zagen zo een walvis, een boot, een dino,... Ook enkele vogels kwamen voorbij. 'En een vliegtuig!', riep Hanne plotseling. 

Op vrijdag bracht Tuur ook een citruspers mee. Hij bracht niet alleen een appelsien mee, ook een citroen, enkele bloedappelsienen en een pompelmoes. We persten de vruchten en proefden deze. De ene vonden we al wat lekkerder dan de andere. 'De citroen smaakt wel heel zuur', zei Annelore. 

Alleszins, onze portie vitaminen hebben we zeker binnen voor deze week!




 

 


vrijdag 1 februari 2019

En het bot is van een...


Op maandagochtend kwamen er veel Bananen uitgeregend aan op school. Marie en Annelore hadden alvast hun voorzorgen genomen door een paraplu mee te nemen. 'Als we allemaal onder mijn paraplu kunnen, lukt het toch om straks naar de brievenbus te gaan en de brief naar de dierenarts te sturen?', vroeg ze zich af. Maar konden we wel allemaal onder één paraplu? We gingen het meteen uittesten. Eerst met z'n allen onder de ene paraplu, maar dat lukte niet. De Bananen verdelen onder de twee paraplu's? Dat lukte wel!

 
 

 


 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Eens we terug in de klas waren, kregen we zin om paraplu's te knutselen. Tobin, Soha en Marie gingen meteen aan de slag. Met schilfers van waskrijt, maakten we ook nog waterdruppels door er met een strijkijzer over te gaan. We moesten wel voorzichtig zijn. Deze achtergrond gebruikten we nadien voor een vrije tekst.

Samen met Lana trokken we naar de brievenbus in het dorp. We deden onze regenlaarzen aan en gingen op weg. Na een kwartier wandelen, zagen we de rode brievenbus staan. Verantwoordelijke Ot postte de brief. Toen we terug in Triangel aankwamen, maakten we een stappenplan over de weg die onze brief zal afleggen. Eerst hebben we de brief geschreven, dan hebben we deze in de enveloppe gestoken met een postzegel en het adres erop, dan zijn we de brief gaan posten. En dan? Dan zal de postbode de brievenbus leeg komen maken en naar het postkantoor brengen waar deze gesorteerd wordt en uiteindelijk bij de dierenarts terecht zal komen, vertelde Annelies nog. Wat zijn we alvast benieuwd naar zijn antwoord!

 


In de namiddag kregen we enkele Regenboogjes op bezoek en was het de muziekronde van Mira. Zij koos voor het lied 'Hoofd, schouders, knie en teen'. We zongen het telkens een beetje sneller en veranderden soms een woordje. Dat vonden we fijn!
 
Op dinsdag bracht Ot een doosje met naaigerief mee. We hadden wel zin gekregen om te naaien en zochten uit met welk materiaal we dit het beste konden doen. In dik karton raakten we niet met de naald, maar in rubberpapier wel. We maakten er eerst een tekening met stippen op en gingen vervolgens aan de slag met naald en draad. We probeerden het eerst met plastiek naalden om de techniek van het naaien onder de knie te krijgen. De jongsten gingen ondertussen aan de slag met rijgfiguren.
 

 
Op woensdag gingen we zwemmen. Onderweg zagen we enkele sneeuwvlokjes dwarrelen, maar de sneeuw bleef jammer genoeg niet liggen. 
 
Donderdag was het tijd om aan de slag te gaan met echte naalden. We naaiden knuffelkussens door twee lappen stof aan elkaar te maken en deze te vullen met watten. Dit lukte al heel goed. Annelies vertelde dat het Gedichtendag was. We besloten om zelf een gedicht te maken over de ijsberen. Hiervoor zochten we eerst enkele rijmwoorden en puzzelden het nadien tot een tekst. Op vrijdag werkten we hier nog even aan verder en maakten we er ook nog prenten bij.







Het werd uiteindelijk een prachtig gedicht dat 'de ijsbeer' als naam kreeg.

 

'Dag ijsbeer,
Wat denk je van het weer?
Het is niet koud, maar warm.
Alarm!
We willen helpen zodat het ijs niet zal smelten.
 
Minder met de auto, meer met de fiets.
Anders is het ijs weg in een flits.
Trek een dikke trui aan
en laat de verwarming minder staan.'

We eindigden de week met... POST! We hadden een antwoord gekregen van de dierenarts. Hij vertelde ons dat het bot dat Tuur gevonden had niet van een dino, maar wel van een koe is. Wat zijn we blij dat we het eindelijk weten!

Volgende week schrijven we alvast nog een briefje terug om de dierenarts te bedanken.