vrijdag 6 maart 2020

Ajuinen prikken in onze ogen

Op maandag bracht Mira iets vreemds mee naar de klas. Het leek op een plant. We roken, voelden en dachten na. Marie vond het naar iets bekends ruiken. 'Iets wat mama in de soep doet', zei ze. 'Een ajuin!', bedacht ze. 'Ja, ik denk dat het een ajuin is!', zei Mira. Deze wou ze graag opnieuw planten zodat het verder kon groeien. We namen een potje, deden er wat aarde in en stopten het plantje onder. De bol onder de aarde, de stengel boven de aarde. We gaven het een beetje water. Met een meetlat maten we 9 centimeter. 

We besloten om een meetplan op te maken. Elke dag zouden we dan kunnen meten of het plantje al dan niet gegroeid zou zijn. Uiteindelijk zouden we dan ook te weten kunnen komen of het onder de aarde uitgroeit tot een ajuin of dat het toch nog iets anders is. 






We keken naar een filmpje over hoe een ajuinplant groeit. August vertelde dat wanneer je een ajuin in stukken snijdt, je ogen tranen. De anderen konden dat maar moeilijk geloven. 'Van een ajuin moet je toch niet wenen', zeiden enkele Bananen. Dus dat zouden we verder onderzoeken. Annelies bracht daarom de volgende dag enkele ajuinen mee naar de klas. Ook Annelore bracht er één mee, maar we ontdekten dat deze toch niet hetzelfde waren. 'Ik heb een rode ajuin meegebracht', vertelde ze. Annelies had witte ajuinen bij. We sneden de ajuinen in stukjes en ontdekten al snel dat onze ogen begonnen te tranen. 'August had gelijk, onze ogen tranen van ajuinen', zei Noah. We bakten ze in de pan met een beetje olijfolie en aten dit tijdens de middag op. 



In de namiddag was het tijd voor poppenkast en onderzochten we nog waarom ajuinen zo prikken in onze ogen. Zijn er dan ook middeltjes om ervoor te zorgen dat ajuinen niet meer zo prikken? We ontdekten dat wanneer we ze onder water houden of in de diepvriezer of koelkast zouden leggen, ze niet meer in onze ogen zouden prikken. We besloten om dit te testen.
















Op woensdag vierden we de verjaardag van Tobin. In de krokusvakantie werd hij zes jaar. Hij trakteerde met overheerlijke cupcakes en appelsap. Ook zijn mama en zusje Joline kwamen meevieren in de klas. Hoera voor Tobin! 



Donderdag gingen we naar de winkel om er enkele ajuinen te kopen. Zo konden we ons proefje uitvoeren. 'Ajuinen kosten eigenlijk niet veel geld', ontdekten we. We legden er één in de diepvriezer en in de koelkast. Een andere stopten we onder water. Nadien sneden we ze in stukjes en ontdekten we dat ze inderdaad minder hard in onze ogen prikten. We ontdekten zelfs dat we een zwembril kunnen gebruiken wanneer we ajuinen in stukken snijden. Zo tranen onze ogen ook niet. Dat vonden we wel grappig. 


Op het einde van de dag vierden we de verjaardag van Tuur. Ook hij was jarig in de krokusvakantie en werd 5 jaar. We aten ijs met warme appeltjes. Hoera voor Tuur!


Ajuin, bruin,... Ui, trui, lui,... We ontdekten dat we een heleboel rijmwoorden konden verzinnen. Hier gingen we op vrijdag verder mee aan de slag. Marie en Annelore tekenden een ajuin op een blad en stempelden langs de beide kanten het woord 'ajuin' en 'ui'. De rijmwoorden werden erbij getekend. Er werden ook ajuinen geschilderd. Hiervoor gebruikten we zand, verf en onze handen. 



Volgende week zullen we alvast elk onze eigen ajuin proberen te kweken in de kleutertuin.



















vrijdag 14 februari 2020

Een hotel voor beestjes

 
Op maandag bracht Tuur een masker mee naar de klas. 'Het is bijna carnaval!', zeiden enkele Banaantjes toen. En zo kwamen we op het idee om zelf maskers te maken. We dachten na over hoe we te werk zouden gaan. 'We hebben dik papier of karton nodig', zei Annelore. Samen met Marie en Hanne zocht ze het juiste materiaal uit. We tekenden allerlei vormen en prikten deze uit. Nadien nog versieren en klaar!


We hadden het nog even over de storm van voorbije zondag. 'Er was veel wind, regen en er waren veel wolken', vertelden we. Annelies toonde een proefje met scheerschuim, water en druppels ecoline. Dit werd onze 'storm in een potje'. Wat vonden we dit mooi om te zien.

Na de middag dachten we na over wat we zouden doen voor het toonmoment van 'Dikke Truiendag'. We moesten zorgen voor meer leven in de tuin. Hoe konden we dit precies aanpakken?

Bloemetjes planten, voor de vogeltjes zorgen,... Of een 'hotel voor beestjes' maken, zeiden we plots. En dat vond iedereen een goed plan. We namen een blad en noteerden alles wat we hiervoor nodig hadden: takken, mos, potjes, dennenappels, stenen en stro.

Op het einde van de dag trokken we naar de turnzaal en speelden we met ballen, hoepels en ballonnen.

 

















Dinsdag gingen we meteen van start met het maken van ons insectenhotel. Stenen werden in kleine stukken gehamerd, potjes werden met stro gevuld, er werden pakketjes van dennenappels gemaakt,... Noah bracht een boormachine mee naar de klas, dus konden er ook al gaatjes worden geboord. Ludo hielp ons hierbij. Er werd dus al heel wat werk verzet. In de namiddag keken we naar een poppenkastverhaal.

Op woensdag gingen we zwemmen.  





















Donderdag konden we aan de afwerking van ons insectenhotel beginnen. Een uitgeholde boomstam werd gevuld met de verschillende materialen. We dachten na welke insecten ons hotel zouden bezoeken: lieveheersbeestjes, oorwormen, vlinders en bijen.

















In de namiddag kwamen er enkele Worteltjes naar onze klas.

Op vrijdag dachten we verder na over het toonmoment. We schilderden de verschillende insecten in het groot. Het maken van de vlinder deed Leon met een druktechniek. Alle beestjes werden op een stok gelijmd zodat we deze op het einde van de dag konden tonen.

Volgende week zal Ludo het insecten - en bijenhotel alvast ophangen in de kleutertuin. Hopelijk komen er dan snel heel veel kleine diertjes langs!

 
 


 
 
 
 
 



vrijdag 7 februari 2020

Rijst eten met stokjes

Op maandag bracht Annelore twee houten stokjes mee naar de klas. Twee stokjes... 'Als je die tegen elkaar tikt, maak je muziek', zei Tobin.
 
Maar Annelore legde ons uit dat de twee stokjes geen muziekinstrumenten zijn, maar stokjes om te eten. 'Want ik ben gisteren naar de Chinees geweest en daar heb ik rijst met deze stokjes gegeten'. Eten met stokjes? Dat vonden we wel heel vreemd, maar we kregen het idee om dat ook eens zelf te proberen. We planden alvast in dat we op donderdag naar de winkel zouden gaan om rijst te kopen.
 
In de namiddag keken we naar een filmpje over waarom ze in China met stokjes eten. Vroeger gebruikten ze in China echte takken om te eten en deze gewoonte is gebleven. 'Maar goed dat wij een vork gebruiken, want het is precies wel moeilijk om met stokken te eten', merkte Jesse op. We zochten daarom naar een stappenplan om het eten met stokjes te oefenen.
 
Op het einde van de dag gingen we turnen met Ilse.
 
Dinsdag ontstond het idee om een rijstwinkel in de klas op te bouwen. Marie, Annelore, Noah en Klara gingen aan de slag. Ze namen het tekenbord en noteerden hierop de prijs. Ze namen wol en touw en knipten dat in kleine stukjes. 'Onze rijst is klaar', zeiden ze. De rijst was al snel uitverkocht. Er werden Chinese lantaarns geknutseld die we ophingen in onze kring. 'Nu begint het hier echt op China te lijken', zei Mira.
 
Hanne bracht een pet mee naar de klas. Ze legde uit dat haar papa deze moet opzetten wanneer hij gaat werken. 'Is hij dan een postbode?', vroeg Noah. Jesse antwoordde dat het iemand is die op een trein werkt. 'Want ik heb dat al eens gezien', zei hij. Hanne vertelde dat haar papa de kaartjes op de trein moet nakijken. 'Kunnen we eigenlijk met de trein naar China?', bedachten we ons. 'Ik denk dat we daar wel het vliegtuig voor moeten gebruiken', zei Marie. En we ontdekten dat we zelfs 10 uur onderweg zouden zijn.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Op woensdag besloten we om treintje te spelen. Hanne zette de pet van haar papa op, we maakten voor onszelf een treinticket en gingen in het treintje op de speelplaats zitten. Eens we allemaal een plek hadden gevonden, kwam Hanne de kaartjes knippen met een perforator. 'Precies echt!', zei Leon.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Op donderdag was het dan zover. We gingen naar de winkel met Lana en we kochten rijst en noedels. We betaalden met een briefje van 10 euro en we kregen nog wat wisselgeld terug. Nadien gingen we turnen en in de namiddag konden we beginnen aan het klaarmaken van onze rijst. We zetten twee kookpotten op het vuur en lieten het water koken. 'Wanneer het water begint te borrelen, kookt het', ontdekten we zo. De rijst en de noedels werden in het water gelegd en we wachtten een paar minuten. Nog even afgieten en we konden smullen. Wat vonden we het lekker!
 
Ondertussen werd er nog wat Chinese muziek opgezet. 'We zijn nu echt in China', zei Divano.
 
 
 
Op vrijdag bleef de rijstwinkel in onze klas nog even open en bracht Noah een tol mee naar de klas. We kregen het idee om zelf een tol te knutselen. We gebruikten hiervoor karton en stokjes. We ontdekten dat hoe kleiner we de tollen maakten, hoe sneller ze tolden. Ze werden stuk voor stuk prachtig.  
 

 

 
 
 

 

vrijdag 31 januari 2020

Pinguïns leven op de Zuidpool

Op maandag keken we naar een filmpje van August zijn oma die momenteel in Antarctica is. In het filmpje zagen we pinguïns over het ijs glijden. We besloten om een onderzoekje te doen.

Want wat eet een pinguïn? Hoe groot is een pinguïn? We stelden ons een heleboel vragen en daarom ging August, samen met Annelore, naar het documentatiecentrum. Ze gingen op zoek naar boekjes over pinguïns. We kwamen zo te weten dat pinguïns uit een ei komen en dat ze graag vis eten. Ze houden van ijs, het zijn vogels, maar ze kunnen niet vliegen. Dat vonden we wel een beetje vreemd. Al onze bevindingen werden opgetekend. Hanne tekende een pinguïn met wasco voor bij het onderzoek.





In de namiddag dansten we op de pinguïndans en op dinsdag bouwden we zelfs een groot ijslandschap mét pinguïns.

Dat bouwden we met behulp van isomo, kurkendoppen en zilverpapier. 

Daarnaast leerden we op deze dag ook nog een liedje over een kleine pinguïn.
 

Op woensdag besloten we om de grootte van de pinguïn verder te onderzoeken. We schilderden de pinguïn, die we in het filmpje zagen, in zijn ware grootte. Een ezelspinguïn met een lengte van 70 centimeter.







Marie en Annelore tekenden de aarde en duidden daar de Noord - en Zuidpool op aan. Op de Zuidpool leven pinguïns, op de Noordpool leven ijsberen en Eskimo’s, ontdekten we.

We eindigden de dag met een telversje over vijf pinguïns.
Donderdag bracht Leon kleine pinguïns mee naar de klas. Hij bedacht een plan om een pinguïneiland met lego te maken. Daarvoor zocht hij eerst alle witte legoblokken uit. Hier werd op vrijdag nog aan verder gewerkt.

We luisterden naar een versje over een banaanmaan. Dat kregen we op donderdag, Gedichtendag, in onze brievenbus. Lieze, Finn, Hanne en Noah maakten een schilderij bij het gedicht. Volgende week gaan we alvast aan de slag met een eigen gedicht over de pinguïn.



 

vrijdag 24 januari 2020

IJskoud


















Op maandag zei Mira enthousiast: 'er is ijs, want het vriest'. En dat vonden we een ideaal moment om de techniek van Klara boven te halen. Zij bracht vorige week gekleurde ijsblokjes mee om te schilderen. We gingen aan de slag. We vonden het gek hoe snel de ijsblokjes smolten door onze warme handen.














Marie vulde ondertussen bekers met water en verkleurde deze met zijdepapier. Ze werden buiten van minst vol naar vol gezet. Als het water ijs wordt, kunnen we dat ook gebruiken voor onze techniek, bedachten we.

Tuur bracht een cd-speler mee. Er werden dansoptredens voorbereid en August regelde de muziek. De dansers kregen een groot applaus.


Op dinsdag was het tijd voor de koala-actie van de Limoentjes en de Bijtjes. We onderzochten de koala. We leerden dat ze van eucalyptusbomen houden, ze graag klimmen, ze 5 vingers en 5 tenen aan elke voor - en achterpoot hebben en zich langzaam voortbewegen. 

We keken naar prenten en probeerden zo een koala te schilderen.


Op woensdag gingen we aan de slag met wol. 'Want wol is lekker warm als het ijskoud is', zeiden we. We maakten weefbordjes. Hier werkten we op donderdag nog aan verder.  



We gingen wandelen en namen de knijpers mee zodat we afval konden rapen. Tijdens de vorige wandeling hadden we immers ontdekt dat er veel papiertjes op de grond lagen en we besloten daarom om de buurt weer een beetje mooier te maken.

In de namiddag toonde Noah zijn fietskunsten en keken we naar een voorstelling van een klastekst van de Spetters.

Op vrijdag werkten we nog even verder aan onze weefbordjes en werden er letters van wol gemaakt. We eindigden de dag met de muziekronde van Tobin.