Tuur bracht op maandag een
knuffel mee naar de klas. Een ijsbeer. Mera vertelde dat de ijsberen aan het uitsterven
zijn. Maar wat betekent dat eigenlijk? ‘Dat wil zeggen dat er bijna geen
ijsberen meer zijn’, zei August. ‘Ja, want de ijsbergen worden kleiner’, vulde
Wanda nog aan. ‘Omdat het warmer wordt en ijsberen hebben ijs nodig’. En dat
vond iedereen wel jammer. ‘Ik vind ijsberen heel mooi. Kunnen we ze niet helpen
en hoe dan?’, vroeg Tobin. En dat was een goede vraag. We besloten om post te
maken voor de andere klassen, want misschien weten zij wel hoe we kunnen
helpen. Mera en Wanda knutselden de post. Ze maakten ijsbergen met watten. Een
grote, een middelgrote en een kleine berg. Op de grote zit een ijsbeer die heel
gelukkig is. Op de anderen niet, ‘want daar zijn de ijsberen niet meer
gelukkig’, vertelden de meisjes. De post werd in de namiddag aan de andere
klassen bezorgd.
Klara en Divano toonden enkele speelgoedauto’s. Ze waren niet allemaal
even groot. De ziekenwagen was groter dan de racewagen. We zetten de wagens van
klein naar groot. Wat een lange rij! We namen er een foto van en hingen deze
op in de bouwhoek. Konden we de rij opnieuw maken? Marie probeerde dit uit.
We begonnen aan onze
nieuwjaarsbrieven. Wat een werkje! Maar we vonden het wel heel leuk om te doen.
Want schilderen met een tandenborstel? Dat hadden we nog nooit gedaan! Op dinsdag kwam de mama van Tuur langs in onze klas. Ze toonde verschillende snaarinstrumenten. Een viool, een gitaar en een strohviool. We hadden enkele vraagjes voorbereid, want hoeveel snaren heeft het instrument? Hoe klinken de verschillende snaren? Uit welk materiaal is het instrument gemaakt? Mama Elke speelde enkele liedjes. Wat vonden we dit fijn!
Woensdag kregen we post van de Regenboogjes
én van de Duiveltjes. De Regenboogjes wilden ijs maken voor de ijsberen. Maar
hoe gingen ze dit doen? We schreven een briefje terug. Ze lieten ons weten dat
ze een kommetje water in de diepvries gingen zetten. ‘Het vriest ook buiten’,
zei Soha. Zou het water dan ook misschien zo kunnen bevriezen? Mera, Klara en
Marie zetten enkele kommetjes met water buiten en wachtten in spanning af.
Rhuna van de Duiveltjes kwam ons vertellen hoe we de ijsberen nog kunnen
helpen. ‘Door minder met de auto te rijden, want dat is niet goed voor het
klimaat. En door het licht uit te laten’, vertelde ze ons. ‘En ook zeker door de
deuren dicht te doen als de verwarming aanstaat’. Rhuna nam enkele Banaantjes
mee naar de Duiveltjesklas om hier een werkje rond te maken.
Donderdag gingen we buiten een kijkje nemen. Het was zo koud, dus het water moest toch bevroren zijn? En ja hoor… Ons water was ijs geworden! We keken op de thermometer en die gaf – 3° C aan. We leerden dat zolang het aantal graden onder het vriespunt, dus onder 0 blijft, het water ook ijs zal blijven. Maar wanneer het aantal graden boven nul gaat, zal het ijs weer smelten. De Regenboogjes kwamen ook vertellen dat het water in hun waterbak bevroren was. Dat gingen we ook eens bekijken! ‘Hopelijk blijft het ijs, want dat vinden de ijsberen wel leuk!’, zei Noah. In de namiddag gingen we nog eens kijken, maar het ijs was jammer genoeg al gesmolten…
In de namiddag vierden we ook nog
de verjaardag van Mira. Zij werd drie jaar! Hoera voor Mira! We zongen en dansten, knutselden een
verjaardagsboek, een prachtige kroon én we aten lekkere cake.
Op vrijdag werkten we nog even
verder aan onze nieuwjaarsbrieven en in de namiddag was het tijd voor
atelier.